Dag 69 & 70: lekker lang in Lucca
Zonder ontbijt liep ik om kwart voor 6 via de Via Garibaldi (elk stadje heeft er wel één) Pietrasanta uit, het binnenland in. De titel in mijn boekje luidt 'Om de Monte Prati heen', ik vond het er meer overheen. Goed, de klimmetjes waren niet lang, maar wel steil en 'of road'. De lucht is weer azuurblauw en de temperatuur stijgt na een weekje minder naar de 30 graden. Dan is 32 km. best ver.
Gelukkig waren er onderweg voldoende fonteinen en bars. Bijna in Lucca word je omgeleid over een lange, stoffige rivierdijk. Als er populieren staan is het aangenaam, maar er zijn ook flinke stukken zonder. De eerste indruk van Lucca is niet onvergetelijk: rommelige bebouwing, verkeer, lawaai, verkrotte huizen en 'Marokkanenflats'. Waarschijnlijk huisvesten ze er hier een andere kansarme bevolkingsgroep in.
Als de vestingsmuren en bolwerken naderen wordt het rap beter. Eenmaal binnen door de Porte Donato is Lucca een plaatje, één groot openluchtmuseum. Dat vinden al die toeristen vast ook. Ik haal een plattegrond en een stempel bij de VVV en laat me aanmelden bij de jeugdherberg. Het meisje spreekt voor een hostess belabberd Engels en ze is dermate scheel, dat ik haar niet goed durf aan te kijken. Een verdieping lager etaleert ze haar eigen bolwerken, zodat ik maar aandachtig mijn plattegrond bestudeer.
Ik ben moe, douche me, doe mijn wasje en val in slaap om pas om 8 uur weer wakker te worden. Het hostel zit aan de noordzijde tegen de stadswallen aan en heeft een enorme tuin, waarin gegeten kan worden. Ik bestel het dagmenu à €15 en krijg gezelschap van mijn kamergenoot. Hij heet ook weer Werner, is 67, komt uit Wuppertal en is via Santiago en Fatima nu op de fiets onderweg naar Rome. Tja, op de fiets heb je een grotere actieradius, maar hij is ook al 3 maanden onderweg.
Ik besluit een dagje in Lucca te blijven. Er is teveel om ongezien te blijven en ik heb ook een paar kleine pijntjes in mijn linkerknie en -heup. Even gas terug. In de ochtend wandel ik door de smalle straatjes naar het zuiden, waar de kathedraal staat. Helaas vragen ze bijna overal €3 entreegeld, dus van binnen zie ik de kerken niet. Via de oostzijde loop ik over de wallen terug. Ik scheer me (jaja, alweer) en neem een lange siësta.
Lucca is vóór alles de stad van Giacomo Puccini en vanavond bezoek ik, uiteraard in een kerk, een uitvoering van vrouwelijke aria's uit zijn opera's. Het kaartje was niet goedkoop, maar dat maak ik weer goed met het avondeten in de jeugdherberg. Na het vertrek van Werner had ik de kamer voor mezelf, maar nu komen er 6! Italiaanse pubers binnenstormen. Gelukkig heb ik net al een stevig middagdutje gedaan. Als ze zich niet gedragen vannacht, zal mijn wraak morgenvroeg zoet zijn!
Grote bewondering voor je doorzettingsvermogen, ook wat jaloers op al het prachtig wat je. beleefd.