Dag 61: Piano, piano naar Piacenza

25 juni 2017 - Piacenza, Italië

Als ik wakker wordt, is de lucht betrokken en nog tijdens het ontbijt begint het stevig te regenen en onweren. Het is de eerste regen in deze regio in 2 maanden! Ik bel de schipper, maar er wordt niet opgenomen. Een paar werkmannen komen ook schuilen bij de kerk en vertellen me dat hij voor 1 pelgrim niet komt, omdat dan de overtocht van drie en een half kilometer veertig euro moet kosten.

Ik maak me op voor een omweg van 15 km. naar de dichtstbijzijnde brug, maar ben nog wel zo eigenwijs om de dijk op te lopen naar de aanlegsteiger. Daar zie ik nog net de oude Duitser, Werner, de trap richting rivier afdalen. Ik haast me en kan nog net met de speedboot mee. De schipper moet zigzaggend varen, om de zandbanken heen, zo laag staat het water. Werner vertelt me dat de schipper door 3 pelgrims was gebeld, maar dat die niet waren komen opdagen. En daar hebben wij dus nu het voordeel van. Het tochtje duurt een kwartier en we moeten ieder een tientje betalen.

Op de dijk aan de overkant loop ik met Werner op. Hij is 80! en het gaat allemaal niet meer zo snel, maar dat geeft ons tijd genoeg om te kletsen. Naar Piacenza is het sowieso nog maar 15 km. en daar hebben we de hele dag voor. Werner woont in Keulen, is weduwnaar, vader van 2, opa van 6 en gepensioneerd notaris. Zo af en toe valt hij nog in voor collega's die ziek zijn of op vakantie gaan. Hij is na de dood van zijn vrouw gaan wandelen, is al in Santiago geweest en loopt nu al een paar jaar in etappes naar Rome. Dit is zijn laatste dag, morgen spoort hij terug naar Keulen.

We lopen door een totaal drooggevallen rivierbedding Piacenza binnen, dan is het nog een uurtje naar het centrum. Het is zondag, de VVV is dicht en het lukt niet gemakkelijk onderdak te vinden. De Ostello's bij de kerk nemen niet op en een B&B in het centrum heeft een uitpuilende brievenbus. Hier is al langere tijd niemand geweest. Dan krijg ik toch ineens gehoor bij de parocchia di San Lazzaro en we zijn welkom. Het nadeel is dat het gevestigd is aan het eind van de stad, het voordeel dat het al een eindje op weg voor de etappe van morgen ligt.

Er is een prima keuken, alleen hebben we geen foerage en zijn we aangewezen op een restaurant. En die zijn hier in deze buitenwijk in het weekend gesloten. Uiteindelijk eten we een niet eens slechte magnetronmaaltijd in een truckerscafé. Morgen loop ik een dubbele etappe naar Fidenza, waar ik met mijn oude loopmaatje Paolo heb afgesproken. Ik ben bij hem thuis uitgenodigd om te eten en slapen, waarna hij me de volgende ochtend weer in Fidenza afzet.

Foto’s