Dag 22: Tussen de druiven door naar Trépail

Laat ik deze post eens beginnen met een woord van dank aan jullie allemaal, mijn volgers. Ik ben tot nog toe wel een paar wandelaars en fietsers tegen gekomen en in Reims zelfs een halve pelgrim (een Francaise die in Reims van start ging en 2 weken zou lopen), maar echt druk kan ik het niet noemen. Overdag, als ik loop mis ik dat gezelschap niet zo, maar 's avonds is het wel's eenzaam en dan is het fijn te weten en te lezen dat jullie me volgen. Bedankt dus!

Vanmorgen was ik vroeg op en ik liep al om half 8 de brug over de snelweg op. Die brug overspant niet alleen die weg, maar ook de rivier de Vesle én 'mijn' kanaal, dat de Aisne met de Marne verbindt en dwars door Reims stroomt. Halverwege de brug is er een trap naar beneden en -as by magic- ben je direct in een andere wereld. Ja, er is veel verkeerslawaai en de joggers en wielrenners zijn hier talrijk, maar toch is het een soort van perron 9 1/2. De drukte wordt snel minder, ik ben nog nooit zo relaxed een grote stad uitgelopen!

Na de jachthaven van Sillery (waar de kapitein van de 'Dwaalgast' uit Amsterdam al aan het bier zat), ruilde ik het kanaal in voor de wijngaarden van de Champagne. Maar eerst moesten de horden van de peage en het spoor van de TGV worden genomen. Tussen de wijngaarden in liggen in dit heuvellandschap onder Reims een paar flinke dorpen, waar ik een slaapplek wilde zoeken.

Helaas meldde een madame in Verzenay dat ze geen chambre d'hotes meer runde en op het telefoonnummer in Verzy, dat zij me als alternatief gaf, werd niet opgenomen. In het volgende dorp was het hotel nu alleen nog maar restaurant en daarmee was ik zo ongeveer door mijn opties heen. Er was wel een bakker die ook gekoelde drankjes verkocht (het was, net als thuis hoorde ik 29'C ) en die presenteerde op mijn vraag een flyer van een B&B 2 km weer de vallei in. Die moet ik morgen dan extra lopen, maar ik ben allang blij dat ik onderdak heb. Zelfs in al die dorpen, waar de grote Champagne-huizen zijn gevestigd, is amper meer een winkel of een bar te vinden, laat staan een herberg! Morgen loop ik door naar de provinciestad Châlons-en-Champagne en daar moet voldoende keus zijn. Tot morgen!