6e dag naar het Pauselijk toevluchtsoord Anagni

Zonder ontbijt liepen we om kwart voor acht de drukke autoweg weer op. Het leek vaak meer op klunen door de bermen dan op wandelen, maar na anderhalf uur vonden we een bar in Colleferro, waar we een grote 'latte' met een puddingbroodje kochten. De stad zelf was lelijk, met een overvloed aan auto's.

speciaal voor Tjeerd, beeld in café 

We liepen de hele dag asfalt, almaar klimmen en dalen, al werd het autoverkeer wel minder. Vlak voor Anagni kruisten we in korte tijd achtereenvolgens 2 spoorbanen, de rivier de Sacco en de Autostrada del Sole, om vervolgens in een druk en lelijk industriegebied terecht te komen. 

De vergezichten op Anagni waren echter prachtig. De stad heeft in roerige tijden gediend als toevluchtsoord voor de Pausen, maar ook als gewoon zomerverblijf, voor onder anderen Caracalla. De hoog gelegen stad heeft een heuse kathedraal (11e-13e eeuw)en daar slapen we vannacht vlakbij, bij de suore Cistersensi.

We bezoeken de kathedraal nog en lopen daarna voor sightseeing en eten nog 2 maal het langgerekte stadje door, wat toch al gauw op 6 extra kilometers komt. Maar goed, het stadje is dan ook wonderschoon. Morgen een vergelijkbare etappe, dus maar weer vroeg naar bed.